“Mijn hoofd wil nog wel, maar mijn lichaam gaat steeds verder achteruit” 

Wimmy Hengst (69) heeft uitgezaaide nierkanker en wordt inmiddels niet meer behandeld. Deze zware diagnose heeft haar het plezier in het leven niet ontnomen. Integendeel. 

“Dat ik nierkanker heb, is bij toeval ontdekt. Ik zou worden geopereerd aan een goedaardige cyste op een eierstok, maar volgens de MRI die voor de operatie werd gemaakt, bleek ik een tumor te hebben in mijn rechter nier en linker bijnier. Plus uitzaaiingen in mijn longen. Het was 2021, coronatijd, en ik zat in mijn eentje bij de arts die me met deze uitslag overviel. De diagnose kanker krijgen en meteen horen dat je niet meer beter wordt, is ongelooflijk pittig. Heel onwerkelijk ook. Ik weet nog dat ik van het ziekenhuis naar huis fietste en me opviel dat ik gewoon doorging. Ik stapte gewoon op mijn fiets en wachtte voor de stoplichten, alsof mijn wereld niet zojuist was ingestort. Wat moest ik anders?”

Twee sporen

“Genezing was niet meer mogelijk, palliatieve behandeling wel. Oftewel: mijn leven zo lang mogelijk rekken, op een manier dat het voor mij te doen was. Met kwaliteit van leven dus. Om te voorkomen dat de kanker verder groeide, werden mijn nier en bijnier verwijderd. Toen na drie maanden kanker in mijn andere bijnier werd gevonden, ben ik bestraald. Mijn hoop dat het zich verder rustig zou houden, werd de grond in geslagen toen ik weer een paar maanden later hoorde dat mijn buik vol tumoren zat. Omdat een tumor mijn urineleider afknelde en ik mezelf daardoor vergiftigde, voelde ik me heel beroerd. Ik ben niet zo iemand die snel opgeeft, maar toen was het moeilijk om de moed erin te houden. Gelukkig bracht een drain verlichting. Ook kreeg ik immunotherapie en doelgerichte therapie, in drie verschillende doseringen. Ik had veel last van bijwerkingen, maar het had weinig tot geen effect op de tumoren. Daarna heb ik nog een ander soort doelgerichte therapie gebruikt. Dat had ruim tien maanden effect, totdat in augustus vorig jaar de therapie niets meer deed en de behandeling is gestopt. Dat was een heel raar moment, moeilijk ook. Hoe lang had ik nog? Hoe zou het verder gaan? Inmiddels weet ik dat ik de zomer niet meer ga halen, weer zoiets heel onwerkelijks. Mijn hoofd wil nog wel, maar mijn lichaam gaat steeds verder achteruit. Het zijn twee sporen die in eerste instantie ver uit elkaar liepen, maar ik merk dat ze dichterbij elkaar komen. Berusting zou ik het niet willen noemen, daarvoor hou ik teveel van het leven. Maar het wordt stiller in mijn hoofd. Met mijn huisarts heb ik afspraken gemaakt. Zo wil ik niet gereanimeerd worden en niet meer naar de spoedeisende hulp. Als ik me heel ziek ga voelen of heel veel pijn heb, dan word ik in slaap gebracht. Ik ben niet bang om dood te gaan, maar wil niet meer lijden. Dan is het genoeg geweest.” 

Plannen

“Toen ik de diagnose kreeg, zat ik vlak voor mijn pensioen. Ik had plannen voor minstens nog vijftien jaar; naar Afrika, reizen, duurzaamheidsprojecten doen, dat is er allemaal niet van gekomen. Om betekenis te geven aan wat ik heb en vooral om iets voor anderen te kunnen doen, werd ik vrijwilliger bij Patiëntenvereniging blaas- of nierkanker. Ik belde nieuwe leden om ze welkom te heten. Een fijne taak, waarin ik vaak een luisterend oor was. Helaas heb ik dit maar kort kunnen doen.” 

Mooie dingen

“Als je me vijf jaar geleden had verteld dat dit me te wachten stond, dan had ik denk ik niet kunnen geloven dat ik hier zo goed mee had kunnen leven. En dat er zoveel mooie dingen op mijn pad zouden komen. Ik woon alleen en nu mijn leven afloopt, zijn mijn familie en vrienden 24/7 bij me. Onderling spreken ze af wie wanneer komt. Er wordt gekookt, boodschappen gedaan en ik word heel goed verzorgd. Het is zo fantastisch, ik ben er zo gelukkig mee. Natuurlijk zijn er momenten waarin het moeilijk is en ik had nog heel lang door willen leven, maar toch ben ik dankbaar voor de afgelopen drie jaar. Het is alsof het raam waardoor ik kijk is opgepoetst en ik alles scherper zie. Het cliché is waar; in moeilijke tijden leer je het kleine waarderen. Een kaartje van iemand, het contact met vrienden en familie, een fijn gesprek, ik waardeer het zo. Afgelopen voorjaar heb ik samen met een vriendin een boottocht gemaakt langs de kust van Noorwegen. Ik wilde graag de sneeuw zien en heb daar enorm van genoten. De witte vlaktes onder een blauwe hemel, de knisperende vlokken, het was heel fijn. Zo heb ik het sinds mijn diagnose altijd gedaan; kijken naar wat kan en heel veel genieten.” 

Wimmy is op 10 juni 2024 overleden. Ze wilde haar verhaal graag delen, daarom verscheen deze tekst ook in het magazine van onze vereniging in juni 2024.