“Zorgprofessionals zouden meer moeten beseffen wat de impact van kanker op een naaste is”

De man van Angela (55) heeft blaaskanker. Hoe goed de behandeling ook is, er is weinig aandacht voor naasten, vindt zij.

“Na vier maanden in een revalidatiecentrum kwam mijn man gisteren weer thuis. Eindelijk! De kat deed alsof hij nooit was weggeweest, mijn man bekeek de badkamer die in de tussentijd was verbouwd en samen rustten we anderhalf uur hand in hand op bed. Zo heel gewoon, alsof er niets was gebeurd. Als zijn vrouw en niet als de naaste van de patiënt, een rol die ik af en toe heel lastig vind.

Help, mijn partner heeft kanker

“Kanker heb je niet alleen. Natuurlijk moet mijn man alle behandelingen voor blaaskanker doorstaan en met de gevolgen zien te leven, maar het raakt mij als zijn vrouw óók. De schrik van het hebben van kanker, de operatie, ik vond het lastig om toe te kijken hoe hij dit allemaal moest doorstaan. Regelmatig voelde ik me machteloos. We delen veel met elkaar, ik heb lieve mensen om me heen en ik ben mondig genoeg, maar het was zo fijn geweest als iemand in het ziekenhuis had gevraagd hoe het met mij ging. De wachtkamers liggen vol folders, maar nergens iets over ‘Help, mijn partner heeft kanker’. Eigenlijk is dat best raar. Als naaste mag je vragen stellen. In je kracht gaan staan. Het is de taak van zorgverleners om daar ruimte aan te geven en ernaar te luisteren.”

Beeldbellen

“Het begon toen mijn man vier jaar geleden de diagnose blaaskanker kreeg, met een tumortje bij de urineleider. Hij werd behandeld, maar kanker kan zo geniepig zijn, het bleef maar terugkomen. Steeds weer was een vervelende blaasspoeling nodig. Om daar een einde aan te maken, en ervoor te zorgen dat de kanker weg bleef, werd begin mei zijn blaas weggehaald en een stoma geconstrueerd. Vanwege complicaties duurde het allemaal veel en veel langer dan gepland. In eerste instantie bezocht ik hem dagelijks in het ziekenhuis en later in het revalidatiecentrum. Het was mijn man die zei dat ik niet meer elke dag hoefde te komen, een half uur heen en terug is niet niks. Lang leve het beeldbellen, dat we deden op dagen waarop ik niet op bezoek ging. Zo kon ik hem toch zien, in de ogen kijken, weten hoe het ging. Ik denk dat andere naasten het zullen herkennen dat je erg gefocust bent op degene die ziek is. Dat had ik ook, maar ik realiseerde me dat het belangrijk is om ook goed voor mezelf te zorgen. Als het met mij goed gaat, ben ik ook beter in staat om er voor hem te zijn. Ik nam mijn rust door series te kijken, zorgde dat ik goed en gezond at en ontving dankbaar de hulp van buren. We wonen in een ontzettend fijne buurt, waar mensen van alles voor me wilden doen. Daar voelde ik me erg door gesteund.”

Focus op naaste

“Of het nou je vader, je zus of je partner is, als iemand dichtbij je kanker heeft, dan doet dat heel veel met je. Helaas had ik geen toverstok die alle narigheid kon wegtoveren. Het enige wat je als naaste kunt doen zijn praktische dingen. Dus een arm om iemand heen, een goed gesprek, fruit meebrengen, de was doen, vragen stellen aan de arts over de behandeling. Dat is allemaal goed, maar ik had het fijn gevonden als ze mij in het ziekenhuis ook echt hadden gezien. Ik denk dat zorgprofessionals  meer zouden moeten beseffen wat de impact van kanker op de partner is. Binnen de zorg wordt veel gedacht vanuit de expertise in plaats van het menselijke aspect. Zo werd ik tijdens het bezoekuur onverwachts geconfronteerd met het stoma van m’n man. Dat was best intens. Ik kon het wel hebben, maar had het prettiger gevonden als ze had aangekondigd wat ze ging doen en wat ik te zien zou krijgen. Dan had ik me kunnen voorbereiden, nu overkwam het me opeens. Ik pleit ervoor dat er in de zorg meer focus wordt gelegd op de naaste. Want als je je gesteund voelt, dan geeft je dat kracht en ben je beter in staat om er te zijn voor degene die ziek is. Uiteindelijk komt dat de zorg voor de patiënt juist ten goede.”

Van de vereniging

Wij zijn er ook voor naasten. We hebben lotgenotencontact waar patiënten met patiënten praten en we willen ons beleid uitbreiden naar een ‘naastencontact’, zodat naasten elkaar kunnen vinden en helpen. Wil je hierin een rol spelen? Neem dan contact op met Piet Klein pklein@blaasofnierkanker.nl.

Op deze pagina vind je ook informatie voor naasten.

Ontmoet ook andere naasten bij de jaarlijkse contactdag.

Jouw ervaring ook delen?

Steun anderen door jouw ervaringen op onze website te delen.
Of leg contact met lotgenoten om je ervaring te delen.