Kans op overleving stijgt bij urologische kankersoorten

De overleving vijf jaar na een diagnose kanker is gestegen naar 65% zo meldt IKNL. Dat blijkt uit de Nederlandse Kankerregistratie op basis van het diagnosejaar 2013 en de overleving in 2018. Een jaar eerder was de relatieve overleving na 5 jaar nog 64%. Deze 5-jaarsoverleving van patiënten met kanker stijgt met gemiddeld ongeveer 1% per jaar, dankzij verbeterde diagnostiek en behandelingen. Helaas blijft de overleving van een aantal kankersoorten laag, zoals maagkanker en alvleesklierkanker. Vanaf het begin van de Nederlandse Kankerregistratie in 1989 is er sprake van een stijging van 23% in de 5-jaarsoverleving. In 1989 was de overleving vijf jaar na diagnose nog maar 42%.

Kans op overleving fors toegenomen

De kans op overleving is fors toegenomen bij borstkanker, prostaatkanker, darmkanker, nierkanker, slokdarmkanker en ook bij veel soorten bloed- en lymfeklierkanker. Kankersoorten met een 5-jaarsoverleving hoger dan 80% zijn huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en minder vaak voorkomende kankersoorten zoals hodgkinlymfoom en zaadbalkanker. Bij deze kankersoorten is er door grote kans op genezing steeds meer aandacht voor kwaliteit van leven en (het voorkomen van) klachten na kanker.

Toevoeging DUOS (Dutch Uro-Oncology Studygroup) voorzitter prof. dr. Ronald de Wit

‘De 5-jaars overleving van patiënten met kanker is verbeterd met ruim 20% (42% naar 65%) in enkele decennia tijd meldt IKNL op basis van cijfers uit de Nederlandse kankerregistratie. Goed nieuws!  Te meer omdat alle vier de urologische kankers hierbij worden genoemd. Overleving is vooral verbeterd bij prostaatkanker en nierkanker, er zijn nog geen veranderingen zichtbaar bij blaaskanker, maar IKNL meldt terecht dat immunotherapie bij blaaskanker nog net iets te recent zijn intrede heeft gedaan om in de cijfers van diagnose na 2013 tot uitdrukking te komen. Goed nieuws dus en DUOS blijft zich inzetten, met nieuwe studies, kennisoverdracht binnen en buiten het netwerk en informatie naar patiënten. Patiënten doen er echter zelf ook goed aan zich goed te informeren over hun behandelingsmogelijkheden.’

Vergelijkbare berichten